Van een gegeven isotoop massagetal en bouw van het atoom afleiden.
Het aantal elektronen in de K-, L- en M-schil van een gegeven isotoop of ionsoort geven.
Beredeneren wat waarschijnlijke stofeigenschappen van een onbekend element zijn, aan de hand van de plaats in het periodiek systeem.
(Afleiden wat de covalentie of valentie van een atoomsoort is, gegeven het aantal elektronen in de buitenste schil.)
De manier waarop een leerling formuleert, weerspiegelt (vaak) hoe de leerling denkt. Helder formuleren betekent dus: goed begrijpen!
Veel scheikunde-leerlingen vinden die taligheid onzin: ze hebben niet voor niets exact gekozen! Ze formuleren kort (liever één woord dan een zin) of krom.
En dan lijken al die woorden ook nog op elkaar in betekenis, bijvoorbeeld:
Het onderscheid tussen een isotoop, atoom, ion, molecuul.
Het verschil tussen massagetal en de relatieve atoommassa.
(En wat is nou covalentie, valentie, en het oxidatiegetal dat in BINAS tabel 99 gebruikt wordt?)
Er wordt dus van jou als docent veel gevraagd in het ACTIEF aanleren van de begrippen. En ze veel laten gebruiken door de leerlingen. Kijk vooral ook bij de lesvoorbeelden.
Deze pagina is gemaakt ter ondersteuning van (beginnende) docenten scheikunde.
Na ruim 25 jaar weet ik echter niet van alles meer waar ik het vandaan heb. Herken je een lesopzet of een theorie uit een leerboek of een artikel? Stuur me de bron, ik voeg de vermelding toe.
Bronnen die zeker aan te raden zijn voor elke scheikundedocent
NVOX, het blad van de vakvereniging NVON, diverse jaargangen
P.A. Krirschner, L Claessens, S. Raaijmakers, Op de schouders van reuzen, Ten Brnik, Meppel 3e druk 2019, ISBN 978-90-7786-650-4, gratis download
T. Surma, e.a., Wijze lessen, Ten Brink, Meppel 2019, ISBN 978-90-7786-652-8, gratis download
T. Somers & K. vd Velden, Leren denken en werken als Natuur-scheikundedocent, Kans, Nijmegen 2023, ISBN 978-94-6481-159-9